Constant Theunissen

 

Nieuwe belevenissen in week 8

Zaterdag 23 februari
Vandaag stond een wat langere fietstocht op het programma. We zouden een tocht maken van 45 kilometer maar wel met enkele langere klimmen erin. Dat betekende dus veel hoogtemeters. Rond 11.30 uur, toen het zonnetje al heerlijk scheen maar er stond wat wind (kracht 4). Met 3 naturel fietsers, Lenie, Hans en ik vertrokken we over een zandpad naar de Tomatenweg. De weg heet anders maar er staan talloze tomatenkassen langs. Wij hebben het maar de tomatenweg genoemd. In dit deel zitten al een paar klimmetjes in. In Mazarrón fietsten we langs de voormalige bruinkoolmijn en sloegen rechtsaf langs de achterkant van Countryclub door de Sierra Algarrobo naar La Pinilla. Hoogste punt ligt op 340 meter en door de Sierra slingert een prachtige smalle weg van in totaal 8 km, omhoog met een aantal mooie uitzichten. Lenie fietste eigenlijk goed, gezien het feit dat ze nog nauwelijks fietskilometers in de benen had. We daalden het laatste stuk af naar La Pinilla en hadden vervolgens de 10 km naar Las Palas, die vals plat omlaag loopt en wind in de rug, een makkie.

Foto's vlnr: Hans en Lenie voor de boterbloemen, de klim van de Algarrobo en boven op de klim tijd voor pauze
Een drankje genomen op de voor ons bekende rustplaats in Las Palas (wij pauzeren daar bij regelmaat met fietsgroepen). Daar troffen we ook nog een Spaanse die ons Nederlands hoorde praten en ze sprak ons in het Nederlands aan. Ze had een aantal jaren in Utrecht en Vinkenveen gewoond en heeft een relatie met een Nederlander gehad, maar het is uit. Ze woont nu in Cartagena. Even gezellig zitten kletsen. Vervolgens Lenie voorbereid op wat nog ging komen, een klim van 8 km naar de achterzijde van de Questa, op 352 meter hoogte. Ook dat ging weliswaar niet snel, maar Lenie fietste gestaag door. Vervolgens 10 km afdalen naar de zee, waar wij wonen, maar daar moest natuurlijk nog dat rottige bultje naar ons huis overwonnen worden en dat lukte ook prima.
We hebben de middag doorgebracht met wat poetsen en boodschappen doen, speciaal voor zondag want dan zouden Piet en Ria, die maandag vertrekken bij ons komen eten. Chefkok Hans had al een dinerplan.
Vervolgens zijn wij tegen achten naar het restaurant La Proa gelopen. We zouden daar gaan eten en tevens van de muziek genieten. Er waren weer twee megagitaristen, die zich Easy Street noemen. Ze spelen van alles uit de zeventiger en tachtiger jaren. Prima maaltijd uitgekozen met een kaasvoorafje en natuurlijk een superwijntje uit Jumilla. De twee oudere muzikanten speelden Pink Floyd, Carlos Santana, de Eagles, Mark Knopfler, Chris Rea, Joe Cocker en de Gipsy Kings. Fantastische muzikanten. Er werd weer volop gedanst terwijl er minder dansvloer was dan de week ervoor. Een uitstekende avond. Rond middernacht moesten we de bult weer op naar huis en dat met een paar wijntjes op. Nog even nagepraat en toen maar het bedje opgezocht.
 

Foto's bovenste rij, vlnr: het reserveringsbriefje, de aankondiging van de avond en onze favoriete fles wijn.
Foto's onderste rij, vlnr: de band Easy Street, Hans en Lenie op de vloer en Hans en Lenie helemaal los.

Zondag 24 februari
Rustige ochtend, we gaan ons voorbereiden voor de uitgebreide lunch.
Ik had Piet en Ria een Spaanse lunch aangeboden in mijn voortuin, onder deskundige kookleiding van Hans. De reden van het aanbod was het feit dat zij voor mijn komst in januari al veel hadden voorbereid en tijdens mijn verblijf veel ondersteuning verleend hadden. Vooral de kookkunst van Ria zal mij nog lang bijblijven en uiteraard in positieve zin.

Ik heb ze hiervoor ook uitvoerig bedankt. Een Spaanse lunch is eigenlijk een warme maaltijd met alles erop en er aan, maar dan halverwege de middag. Om twee uur begonnen we met een vino tinto. Langzaam ging Hans aan de slag met de maaltijd, waarbij de bakplaat in de tuin weer volop gebruikt werd. We hadden een aantal soorten vlees en vis, met aangemaakte sla, een Russische salade (met de groeten ven Poetin), stokbrood, sauzen en ter afsluiting ijs met aardbeien en slagroom. We wisten dat het in Nederland ook prima weer was, maar rond 15.00 uur hebben we de grote parasol opgezet en zijn we op een andere plek gaan zitten maar dan in de schaduw. Jeetje, het werd echt te warm in de zon, thermometer even buiten gelegd: 31.7 graden. Je kunt zo’n maaltijd wel aan Hans toevertrouwen, maar eerlijk is eerlijk ook Ria en Lenie hebben een prima steen bijgedragen. Al met al een zeer gezellige middag, waar we om 17.30 uur afscheid namen van P en R. Ik zou dat de volgende ochtend bij hun echte vertrek nog even over doen.
Met vereende krachten opgeruimd en afgewassen en dan begint het tegen zessen af te koelen. Je merkt dan dat het hier ook nog geen zomer is. ’s Avonds nog 4 potjes rummikub gespeeld. Het is zo dat Hans in de tussenstand akelig dicht bij mij kwam en met de laatste partij werd het zelfs gelijk. Nou, ik ben benieuwd.

Maandag 25 februari
Nog even afscheid genomen van P en R om 08.15 uur. Zij gingen nog een paar dagen een familielid opzoeken op Ibiza, ook niet verkeerd en daarna zouden ze naar huis rijden.
Voor ons stond op het programma, een fietsrit naar de Kanonnen. Voor de fanatieke bloglezers, heb ik daar in week 1 al uitvoerig over geschreven. Dan gaan we natuurlijk niet overnieuw doen.  Nieuw is dat je de rit naar de Kanonnen ook met de fiets kunt doen, beter gezegd, liever met de fiets kunt doen. Ongeveer 20 km vanaf mijn huis met de fiets via Isla Plana en Campillo de Ardentro naar het voormalige militaire terrein, op de vooruitgeschoven rots met de naam Batería de Cabo Tiñoso, een verdedigingsplaats ter bescherming van de Marinehaven in Cartagena in de beginjaren 1900 (heb ik het toch nog even verklaard!). Een mooie rit voor de geoefende fietser, eerst naar 300 meter, afdalen en dan naar de 220 meter hoogte. Lenie is weliswaar niet zo geoefend maar ze wilde wel met de fiets er naar toe. Complimenten, dat ze dit zo gedaan heeft. In overleg besloten wij dat Hans en ik nog even naar de hoogste gelegen observatiepost zouden rijden, da’s wel 1,5 km met een gemiddelde van 12 % en onverhard. Wij kwamen tot op 352 meter hoogte maar met een prachtig uitzicht op de lager gelegen verdedigingsposten. Hierna zijn we gezamenlijk afgedaald en langzaam weer op huis aan gereden. In totaal 39,4 km met 852 hoogtemeters. Pittig genoeg voor een ochtendje fietsen.

Foto's vlnr: Lenie en Constant poseren voor de Baai van Cartagena en Hans en Constant voor het grote kanon.

Thuis gekomen gedoucht en vervolgens wandelend naar de haven gegaan voor een Spaanse lunch, oftewel warm eten halverwege de middag. Heerlijke vis en een lekker glaasje wijn erbij. Locatie was restaurant Viggos aan de haven. We hebben buiten in het zonnetje gezeten en goed en veul gegeten. Cadeautje van Hans en Lenie vanwege mijn “functie” als gids van de laatste 10 dagen.

Foto's vlnr: Hans en Lenie overleggen over het menu, je ziet dat Hans als gerechtenkenner, wat twijfels heeft, rechts een strandwandeling terug naar huis en doet een mens weer goed.
Rond 18.00 uur waren weer thuis.
’s Avonds opnieuw gerummikubt. Ik heb weer wat afstand genomen van mijn achtervolgers.

Dinsdag 26 februari
Ontbijtje, wasje opgehangen en vervolgens in de auto gestapt en met drieën naar Cartagena gereden. Bij Mundobici moesten de twee atb’s ingeleverd worden. Nou, ze waren prima gebruikt, zowel van Hans als van Lenie. Tamara hielp mij nog even herinneren dat er in maart nog een fiets voor huur te boek stond. Dat klopte als een bus, de fiets van Marianne. En de fiets zou op dinsdag 19 maart opgehaald worden, MAAR dan was het nationale feestdag in Spanje, de Fiestas de San José (officiële vrije dag). Afspraak gemaakt dat we de fiets een dag later ophalen. Het goede nieuws is dat in Puerto de Mazarrón de Fiëstas de San José (herdenkingsdag van de H.Jozef) uitbundig gevierd wordt met Spaanse muziek, Flamenco en Spaanse dansen. Kaas in het vuistje.
Ik wed dat Marianne daar blij over is. Feest en dan nog op loopafstand. Blij met het bericht, dan de fiets maar een dag later.
Vanuit Mundobici togen we naar de fabriek van Licor Cuarente y Tres (Licor 43) in een buitenwijk op het industrieterrein van Cartagena. We waren mooi op tijd. Parkeerplaatsen waren vol. De lounge was vol met mensen die hun rondleiding afsloten en mensen die voor de volgende gepland stonden. Op tijd beginnen kennen ze in Spanje niet dus tegen half een werden we welkom geheten met een proefdrankje Licor 43 en een inleidend verhaal door de gastvrouw die overigens vloeiend Engels sprak. Goed verhaal, wandeling met een toelichting door het museum en vervolgens een tour door de fabriekshal. Dat laatste viel wat tegen. Dat kwam omdat de familie-eigenaren zeer geheimzinnig zijn met het recept en de bereiding van de drie soorten Licor 43. Er is een witte waarvan de smaak lijkt op Amarula (of Baily’s), een met een koffiesmaak, dat heet de Baristo (waarvan de ingrediënten van Gran Canaria komen) en de originele geelachtige Cuarente y tres, die zacht van smaak is, een likeur van 31 % alcohol.
Er mocht in het museum en in de productiehal niet gefotografeerd of gefilmd worden. Nou, dat moet je niet tegen CT zeggen. Ik had speciaal mijn zondagse camera meegenomen. Toch stiekem een paar foto’s gemaakt. Op een gegeven moment had de rondleidster in de gaten dat ik iets met de camera deed. Ze keek me bestraffend aan. Ik zei dat een fotoverbod voor een fotograaf hetzelfde is als een alcoholist een glas water aanbieden ipv een glaasje Licor43. Er kwam een lach, toch gevoel voor humor.
Na de rondleiding kwam er in de lounge een introductie van een cocktail met 43 erin. Daar kregen we er ook allemaal een van en drie kleine glaasjes van de Licoren. Samen met de inrichting van lounge gaf dat wel een prima slot van het bezoek. Likeur gekocht? Natuurlijk, zowel door mij als door Hans (die natuurlijk in het groot inkocht, wat ik straks in mijn busje mag meenemen naar Nijmegen, als het al voor die tijd niet op is); daar neemt Hans een groot risico maar het vertrouwen is groot. Er was natuurlijk ook kleding te koop, overhemden, shirts en polo’s. Ik zat naar de maat te kijken en zei tegen Lenie: “Ze hebben alleen maar maat 43, wel vreemd!” Lenie keek mij alleen maar meewarig aan en zuchtte diep. In de lounge maakten we kennis met een Amerikaans stel, die in Berlijn wonen en hier op vakantie zijn, rare lui die Amerikanen. Ze moesten naar Cartagena. Daar moesten wij ook heen, dus hebben we ze maar meegenomen.

Foto’s Licor43, bovenste rij, vlnr: Hans en Lenie willen al een keuze maken, Hans wacht af in de lounge, een koffer met Licor43 ingrediënten, een sfeervolle foto van de lampen (in Licor43 flessen) achter de bar; onderste rij: Hans en Lenie proeven, de gastvrouw bereidt een cocktail voor, Hans in gesprek met de Amerikanen, de gistketel.
In het centrum afscheid genomen van de Amerikanen en de auto goedkoop geparkeerd. We liepen over de gerestaureerde stadswal naar het stadhuis, waar onze tour begon. Maar eerst een lichte lunch. Als je op de kaart kijkt en bestelt, lijkt  dat ook op een lichte lunch. De werkelijkheid is anders, teveel dus voor een lunch. Maar het smaakte uitstekend.
Na de lunch hebben we een stadswandeling gemaakt, stilgestaan op markante punten en uiteindelijk de lift genomen naar de kasteeltuin. Van daaruit heb je een geweldig uitzicht  op de restauratie plaatsen, het Romeinse amfitheater en het daarnaast gelegen nieuwe openluchttheater, waar wel een paar duizend man in kunnen. Ook het uitzicht op de havens is subliem. Nog even hemelsbreed aangewezen waar we daags ervoor bij de Kanonnen gestaan hebben. Via het park teruggelopen naar de auto en rustig naar huis gereden. Rond 18.00 uur thuis en echt waar, een koel biertje en in het zonnetje genuttigd. Het was nog heerlijk. We zouden wat later eten want de lunch was nog niet verteerd.

Foto’s Cartagena, vlnr: lunch op het terras van de Yellow Submarine (vernoemd naar een van de onderzeeërs van de haven), zicht vanaf de kasteeltuin op Cartagena, Hans en Lenie genieten van het uitzicht.

’s Avonds hebben we van overgebleven vlees e.d.  nog super gegeten.
En natuurlijk moest er weer gerummikubt worden.

Woensdag 27 februari
Op de een na laatste vakantiedag stond de Espuña op het programma. Dit is een regionaal park, waarvan de doorgaande (overigens soms smalle) weg tot 1200 meter hoogte loopt. Je kunt daar naar rechts nog naar 1450 meter. Het hoogste punt is 1580 meter, maar vanwege een militair observatiepunt, mag je daar niet komen. Via Alhama de Murcia reden we de Espuña op. We kregen snel in de gaten dat het vandaag fietsdag was. Op de heenweg reden we tientallen wielrenners achterop, waarvan het soms lastig was te passeren, vanwege de vele bochten en de toch tot soms 12 % oplopende weg, totale lengte vanaf Alhama naar de 1200 meter, is 12 km, in de wetenschap dat halverwege een afdaling zit van ongeveer 1 km. Het was fantastisch weer, helderblauwe lucht, nauwelijks wind en op 1200 m was het 16 graden. We besloten de weg naar rechts te nemen om op 1450 m op het laatste parkeerpunt de auto te laten en te gaan wandelen. De honderden jaren oude iglogebouwtjes, werden vroeger gebruikt voor het verzamelen van sneeuw. Dat werd in de iglo gegooid en uiteindelijk werd dat ijs dat weer voor bepaalde doeleinden gebruikt werd. We hebben er zo'n 6 gezien, waarvan twee nog helemaal in tact maar niet meer in gebruik. De nachten kunnen op de Espuña heel koud zijn, maar de winters van vroeger toen de iglo’s in gebruik waren komen niet meer terug. De klimaatverandering eist ook hier zijn tol. Na een fikse wandeling, bij 16 graden in de zon, vertrokken we naar het eindpunt van deze rondrit, in Aledo.
 

Foto's Espuña:
Bovenste rij vlnr: een van de twee overgebleven iglo's, uitzicht vanaf 1450 meter, Hans in concentratie
Onderste rij vlnr: Hans en Lenie tijdens de wandeling, een infotableau met 3 pakjes ananassap, Hans op het uitzichtpunt

Ik heb al eerder geschreven over dit voormalige klooster van Santa Euralia, dat nu tot hotel en restaurant is omgetoverd. Op de binnenplaats hebben we de lunch genuttigd met een glaasje witte wijn erbij. Rondom ons zat een Nederlands echtpaar met hun kind uit de Rijen (bij Breda) en twee dames van wie er een zeer goed Nederlands sprak en de ander gebrekkig, maat toch, een Nederlands tintje.
Na de lunch maakten we nog een wandeling door de kloostertuin en brachten we een bezoek aan de prachtige kapel. We reden de weg tegenover het klooster omhoog, naar het gigahoge Christusbeeld. Langs de weg waren de kruiswegstaties als kunstwerk uitgebeeld. En boven bij het Christusbeeld had je een prachtig uitzicht over het relatief vlakke deel tussen Totana / Alhama de Murcia en de heuvels langs de kust bij Mazarrón.
Rond 17.30 uur waren we weer thuis. Een biertje in de zon smaakte als een tierelier.
De warme lunch gaf aan dat er voorlopig nog geen honger gevoel was. We hebben nog even de boardingpass voor de vlucht terug voor Hans en Lenie uitgeprint. Rond 22.00 uur, begon er toch iets knagen en hebben we een pizza opgewarmd en verdeeld. We posteerden ons rond de TV voor de 1e halve finale wedstrijd van de beker tussen Feijenoord en Ajax die in 0-3 eindigde. Daarna nog een glaasje rode wijn en nog twee potjes Rummikub. Lenie won ze beiden. De eindstand werd hierdoor 1. Constant 14 gewonnen, 2/3 Lenie en Hans beiden 11 partijen gewonnen. Voor Hans en Lenie ging de laatste nacht in, hier in El Alamillo, morgenavond weer terugvliegen naar Weeze.

foto’s Aledo:
Vlnr: lunch op de binnenplaats van het vm. klooster St. Euralia, de binnenplaats en terug van het uitzichtpunt op Mazarrón (het Christusbeeld op de achtergrond).


Donderdag 28 februari

Deze dag stond in het teken van de voorbereiding op het vertrek naar Nederland. De bedden werden afgehaald en het beddegoed gewassen en opgehangen. Met dit weer was dat een peace of cake. Maar we zouden ook nog naar het Mar Menor gaan, dat een beetje in de richting van het vliegveld ligt. Maar eerst zouden Hans en Lenie de koffer inpakken en dan zouden we gezamenlijk poetsen. Voor mij was het de bus wassen en aftanken.



 

Na een eenvoudige lunch vertrokken we naar het Mar Menor. Ik koos voor een alternatieve route, namelijk langs de havens van Cartagena richting Portman. Die route is opmerkelijk omdat je hier door verschillende werelden rijdt. Als je havengebied van Cartagena voorbij bent, kom je op de weg langs de olie-raffinaderijen van Repsol, een van de grootste raffinaderijen in Spanje. Vervolgens rijd je door een grote vuilnisopslagplaats en kom je in het voormalige bruinkoolgebied. We zijn even gestopt op een plek waar je zo naar beneden in het verlaten afgravingsgebied kijkt. We passeren Portman, de voormalige arbeidersvestiging voor hen die slavenarbeid in de bruinkoolmijnen moesten leveren. Je ziet de miniscule arbeiderswoningen nog staan. Vanuit dit gebied rijd je een natuurgebied binnen en tot slot kom je in de wereld van rijkdom, met alleen maar hotels, appartementen en golf resources. Een route vol tegenstellingen, in natuur, in milieu en vooral in arm en rijk.
 

Het Mar Menor ligt tussen Cartagena en Torrevieja. Het is een binnenmeer, die toch in open verbinding staat met de Middellandse Zee, zout water dus. Tussen het meer en de zee ligt een strip van 18 km, beginnend bij La Manga, bekend als pleisterplaats van profclubs die er in de winterstop een trainingskamp houden. Aan de strip liggen eigenlijk alleen maar hotels, restaurants, appartementengebouwen en hele duren huizen. Over de strip loopt een brede weg die je 18 km verder brengt. Op het eind waar we even rond gekeken hebben, kijk je zo op San Pedro del Pinatar dat in de provincie Alicante ligt. Op de terugweg hebben we nog gegeten in een klein restaurantje op de strip, waarvan de naam overigens is afgeleid aan de lange weg door Las Vegas in de US. Het werd tijd om naar Alicante te rijden en het vliegveld op te zoeken.
Daar nam ik afscheid van Hans en Lenie die de terugtocht naar Weeze zouden aanvaarden en overigens ook veilig aangekomen zijn. Voor mij was het nog 150 km terugrijden naar El Alamillo, waar ik nog op de rondweg rond Murcia, in de file terecht kwam, maar het maakte mij niet uit, ik heb vakantie. Ik was rond 21.30 uur weer thuis.

Vrijdag 1 maart
Fietsen met de Torresgroep stond op het programma. 
We reden met vijven (4 met motorondersteuning en ik zonder). Via de Cuesta (350 m hoog) reden we naar Las Palas en vervolgens in de richting La Pinilla. Halverwege sloegen we linksaf en reden we langs enkele gehuchtjes naar een onverharde weg, die langzaam opliep. Eerst het resultaat: 46 km afstand, 800 calorieën versnoept, 850 hoogtemeters en 504 meter als hoogste punt en tot slot 16 % zwaarste deel van de klim.
Ik heb staan uitblazen op een punt met een mooi uitzicht, waar ik niks van gezien heb omdat ik stond uit te blazen, maar ik heb er met Dick ook gestaan, in zijn goede jaar hier met Neil, ergens rond 2010. We reden nu precies andersom. Ik dacht dat de route nieuw was voor mij, maar hij was gewoon andersom. Voor mij de zwaarste rit van dit verblijf. De klim was uiteraard onverhard, maar wel met keien, grind, sleuven en kuilen (valkuilen dus waar ik overigens niet in gevallen ben). Aanvankelijk waren die motorische jongens en één vrouw (70+ petje af) wel geduldig. Als niet-gestoorde was ik altijd de laatste. Bij een supersteil deel, stonden ze boven alle vier te wachten met een gezicht van: die stapt zo af, niet dus, camera’s in de aanslag. Ik heb zelden zulke verbaasde gezichten gezien. De vrouw zei dat je daar niet zonder trapondersteuning naar boven kunt fietsen. We stonden daar wel op 500 meter hoogte.
Ik gaf één kort antwoord: “Wat ik doe, is ATB-en”. Voor de rest was ik overigens alleen maar jaloers over het gemak waarmee die motorische mensen fietsen, dat wel weer. Vervolgens was het afdalen, langzaam omdat de weg vol met keien en grind lag, uitkijken geblazen. We kwamen uit bij het kerkhof, hetgeen geen leuke benaming is, maar voor alle fietsers is het kerkhof in Mazarrón, een markant punt dat iedereen weet te vinden. Doorgereden naar ons koffietentje bij de mijnen. Lekker bekske koffie en daarna op huis aan. Een zeer pittige rit voor mij, in ieder geval. Ik had vandaag niet over belangstelling en zorg te klagen, zowel Bert als Herbert, wachtten regelmatig en stonden gelijk met hun smartphone klaar voor een plaatje.

     

De middag doorgebracht met boodschappen, praatje maken (en een glaasje wijn drinken) bij Marc, de Belgische eigenaar van het huis waar dochterlief Inge morgen met haar gezin haar intrek zal nemen (één straat lager dan waar ik woon). Nog even gesproken met Louis de partner van de beheerster Eva (van mijn huis). Deze vertelde dat de Franse eigenaar van mijn huis op 12 maart komt en dan moet ik dus verhuisd zijn. Gaan we volgende week vrijdag doen, met hulp van dochterlief.
Zo eindigt deze week weer. Tot de volgende keer.